woensdag 23 mei 2012

DE KUNST VAN HET OVERLEVEN



Zeventien jaar geleden gooiden de Serviërs nog bommen op Kroatië. Maar van kogelgaten of extravagante oorlogsmonumenten is hier geen sprake. In Dubrovnik geeft een taxichauffeur wel toe dat hij liever niet met zijn auto naar Belgrado gaat omdat de kans op schade dan wel erg groot is. Ook zijn Servische auto’s in Kroatië meestal niet veilig, vooral als er drank in het spel is.  Maar tegelijkertijd kopen Serviërs overal huizen langs de schitterende Kroatische kust en op de eilanden en kun je spreken van nationale verzoening op z’n Balkans.


Erg mooi om te zien hoe een gebied als Istrië geheel aan de oorlog en de nasleep hiervan lijkt te zijn ontsnapt. Oostenrijkers, Italianen en Duitsers wisten dat al lang, zij kwamen – op één jaar na- zelfs tijdens de burgeroorlog tussen 1991 en 1995 gewoon naar plaatsen als Pula en Rovinj om de bevolking met hun valuta te steunen. Istrië, waar Italiaans onder Tito een verplicht vak op school was, valt, met Slovenië, hoe dan ook een beetje buiten de Joegoslavische geschiedenis. Hier bestond wel dictatuur (vanuit Belgrado) maar de wet werd nauwelijks gehandhaafd. Ieder voor zich en als je niet over politiek praatte had je nergens last van. Voor jezelf zorgen is onderdeel van de cultuur. Te weinig glazen flessen? Dan binden we touw om het glas zodat het niet kan breken en veel langer meegaat; geen onderdelen voor de tractor? Uit een oude Volkswagen valt wel een as te halen. Inventieve regelneven zijn het hier, met een licht opvliegerig karakter en niet gespeend van koppigheid.  
Istrië is kennelijk al heel lang een bevoorrechte regio, vlakbij Triest en Venetië en ook München en Graz. Vissen, land verbouwen en tabaksindustrie hield de bevolking op de been, naast smokkel en natuurlijk toerisme. De Weense elite had Istrië al eeuwen geleden ontdekt, getuige de Habsburgse huizen in Opatija, waar de Kennedy’s en Coco Chanel later ook logeerden, onder de palmbomen en met uitzicht op de baai. Maar Rovinj slaat alles doordat het de charme heeft behouden van de pastelkleurige Italiaanse dorpjes van vijftig jaar geleden, waar je nog een mooie Bellini kunt drinken in een cocktailbar op de rotsen. Roze parasol en blauwe kussens en verder alleen maar kijken.


champagne bar Rovinj, Croatia
Servië was zo dol op Istrië dat het tijdens de burgeroorlog niet is aangevallen. De plaatselijke mannen hoefden ofwel helemaal niet naar het front of zij kregen gemakkelijke liaison baantjes. En nu nog merk je het verschil met de rest van het land, om niet te zeggen dat West Europa hier echt lijkt te beginnen (in 2013 wordt Kroatië lid van de EU). Niet alleen hebben veel plaatsen ook een Italiaanse naam (ongeveer 12% van de bevolking is van Italiaanse oorsprong en laat zijn kinderen in Triest studeren), maar er hangt een lossere, minder geconditioneerde sfeer, ook wat de architectuur en de restaurants betreft, waar de kippensoep en palatcinken plaats maken voor mooie Italiaanse gerechten. Het is mondain, zelfstandig en gezegend met nog meer mooie eilandjes dan de rest van Kroatië. Tito zelf ging niet voor niets ‘spelen’ op de schitterende Brioni eilandjes, waar hij onder meer de Egyptische president Nasser ontving. De man had toch al een goed gevoel voor zelfverwenning: op de mooiste punten staat een voormalige Tito-villa (of wat daar na de vernielingen door de bevolking nog van over is) met havens, fortificaties, weelderige tuinen en zonneterrassen. Een van de spectaculairste is per busboot vanuit Dubrovnik te bekijken. Het ligt strategisch en is omgeven door oude bomen, gastenverblijven en havens. De achterdochtige Tito had bovendien op Vis een hoofdkwartier laten bouwen, zijn laatste strategische vluchtoord, inderdaad met een grot voor onderzeeërs en bunkers die ook tegen kernbommen bestand moesten zijn. En een eigen bunker voor hond Tiger. Maar over de tijd van Tito wil niemand meer echt praten, evenmin als over de burgeroorlog. Verzoening is overleven en dat kunnen ze hier.   

MEDITERRAANSE INGREDIENTEN:

Kroatië valt op door zijn verscheidenheid aan natuur, eten en prachtige oude steden. Langzaam maar zeker komen in dit jaargetij jammer genoeg ook de toeristen, voor stedentripjes of de eerste zonnestralen, binnengedruppeld en de sfeer verandert compleet. Prijzen gaan omhoog, valse glimlachjes en een overvol Dubrovnik, waar net een cruiseschip met 3000 gasten is aangemeerd…
We gaan snel door naar de eilanden Peljesac en Korcula, berucht om hun wijngaarden die tot in zee lopen. Peljesac is eigenlijk een schiereiland, ruig en warm en in de baai van Mali Ston liggen gekleurde oesterbedden, waar al sinds de Romeinse tijd platte oesters aan lange touwen worden gekweekt. Nog bekender zijn de rode wijnen van de autochtone Plavac Mali druif. Een kleine zwarte druif, die rode wijnen met een heel hoog alcohol gehalte geeft en waarvan men dacht dat het de voorouder van de Amerikaanse Zinfandel druif was. Dat blijkt niet helemaal waar te zijn, maar ze zijn wel familie van elkaar. Bij  het dorp Potomje is een smalle tunnel van 400 meter door de bergen gehakt. Je komt uit bij de onvoorstelbare steile rotsige hellingen waar de speciale appellatie ‘Dingac’ groeit, 5 vierkante kilometer bijna onmogelijk te oogsten wijngaarden, met als resultaat een hele intense, complexe, naar zwart fruit, eucalyptus en tabak geurende wijn.


Op het volgende eiland, Korcula, hebben wij een geweldig ontmoeting met een van de beste en eigenzinnigste wijnmakers, Luka Kranjancic. Hij houdt van zijn eiland, de zon en zee en maakt precies de wijnen waar hij zin in heeft, simpel en goed. In dit gedeelte van het eiland groeit vooral de autochtone Posip druif en zijn Posip sur Lie is een wijn die ik graag ook in Nederland zou willen drinken: vol, exotisch, complex. Hij experimenteert ook met een rode wijn van de Plavac Mali druif en hoewel hij zelf nog niet helemaal tevreden over het resultaat was, vonden wij hem heerlijk. Krajancic gebruikte hoe dan ook geen ingewikkelde woorden om zijn wijnen te omschrijven, belangrijker vond hij dat ze lekker gevonden worden…
We belanden noodgedwongen met autopech in Split, maar ontdekken zo een onvoorstelbaar mooie stad, voordat we ons terugtrekken in een vuurtoren. Er zijn er verschillende, waar je een appartement kunt huren, zoals bij deze organisatie Plovput Soms zit je geheel alleen op een eiland, zoals in de vuurtoren bij Vis, die wij hadden uitgezocht maar onbereikbaar was vanwege de harde wind. We gaan uiteindelijk naar Veli Rat op het eiland
Dugi Otok, niet totaal geïsoleerd want er zijn 3 dorpen op dit eiland en prachtige verscholen azuurblauwe baaien voor zeiljachten.

lighthouse Veli Rat, Dugi Otok, Croatia

De supermarkten hebben weinig te bieden en vis is alleen via een restaurant te koop. Gelukkig zijn we eerst nog naar een ander eiland, Pag, geweest, op zoek naar de mooiste schapenkaas. Het hele eiland is een indrukwekkende rotsachtige woestijn met zoutpannen en ondervoede schapen en inderdaad maakt iedereen hier kaas. Ronde kazen, ingesmeerd met zout en olijfolie, die een jaar oud kunnen zijn. Ook had onze kaasboerin net Skuta gemaakt: een soort ricotta, die een ultieme lekkernij bleek te zijn. Zo hebben we een paar dagen als vorsten geleefd in de vuurtoren, met onze kaas, wijn, een plaatselijke schorpioenvis en uitzicht op een turquoise zee.

cheese from Pag, Croatia

In het noorden van Kroatië hangt een totaal andere sfeer. Vanaf de stad Rijeka ( in het Italiaans Fiume) begint Istrië en voel je overal de Italiaanse, Venetiaanse invloeden.  Het stadje Rovinj is voor ons een ontdekking: allure, mooie natuur en je ziet hier zelfs nog vissersboten. In een klein museum the Batana House wordt de traditie van hun oude houten vissersbootjes, Batana, in stand gehouden. Het museum helpt met de restauratie en kan een roeitocht organiseren naar een authentieke wijnkelder in de oude stad waar je wijn, ansjovis en gefrituurde visjes kunt proeven. Rovinj is een stad die leeft van het toerisme met veel mooie hotels, die helaas allemaal van dezelfde eigenaar zijn, waardoor een nieuw, helemaal door Kroatische designers ontworpen hotel, Lone, tussen twee oudere gepropt is. Zonde.
Het hardnekkige gerucht dat je in Kroatië alleen maar cevapcici kunt eten is gelukkig niet waar. Vooral in Istrië ondergaat de keuken veel invloeden vanuit Italië en Oostenrijk en zijn ze trots op hun witte truffels, gerookte ham, olijfolie en natuurlijk wijnen. Hier worden de wijnen weer van andere druiven gemaakt dan in het zuiden en gaan we op bezoek bij wijnboer, Roxanich , die ons door veel restaurants wordt aangeraden als zijnde de beste wijnmaker van Istrië. Het valt tegen. We worden weliswaar heel gastvrij door de wijnmaker op een zondag ontvangen, maar alle wijnen die hij maakt zijn log en belegen. Geen wonder want de witte wijnen liggen tenminste 3 ½ jaar op fust en zijn rode wijnen tenminste 4 jaar. De vreemdste wijn is een blend van 7 druivensoorten (riesling, verduzzo, pinot blanc, pinot grigio, sauvignon blanc, tokay friulano en prosecco), die toevallig naast elkaar in de wijngaard stonden en waarmee de eigenzinnige eigenaar niet zo goed raad wist…Zijn rode wijn van de autochtone Teran druif  2008 (familie van de italiaanse druivensoort Refosco) is denk ik wel lekker voor de open haard of met een groot stuk wild, waar ik aan moest denken toen twee herten langsliepen tijdens de proeverij.

Dit is misschien voor mij wel het meest ultieme middellandse zee vis gerecht, van twee vissoorten die we het meeste zijn tegengekomen en die overal nog vers gevist worden:

GEBAKKEN SARDIENTJES MET ANSJOVIS SAUS:

- 10 verse sardientjes
- 50ml olijfolie
-citroensap
- verse of gedroogde oregano, thijm en basilicum
- zout en peper
Maak de sardientjes schoon, leg ze in een ovenschaal, besprenkel ze met olie en citroensap en strooi de kruiden erover heen. 15 minuten in oven ( 200')

SAUS:
- 4 ontzoute ansjovis, zonder graat
- 3 knoflooktenen
- 1 theelepel balsamico azijn
- 100 ml olijfolie
- 8 kappertjes
Meng de ansjovis, knoflooktenen, kappertjes in de mixer en voeg langzaam de olie en azijn toe tot het een smeuïge saus is.


1 opmerking:

  1. Zinfandel is a variety of red grape planted in over 10 percent of California vineyards.[1] DNA fingerprinting revealed that it is genetically equivalent to the Croatian grape Crljenak Kaštelanski, and also the Primitivo variety traditionally grown in Puglia (the "heel" of Italy), where it was introduced in the 18th century. Ontdekte ik, keep up the good work!!!! Binja

    BeantwoordenVerwijderen